27 september 2007

Metaforen in Beeld
AKV St. Joost 2005-2006 kw3 deeltijd
Onderzoek door Mariska van Zutven
Deeltijd fotografie 2e jaar
Metaforen en voeding


Aan het einde van de tweede wereldoorlog begon mijn oudtante, toen nog een jonge vrouw, te hamsteren. Zij sloeg, samen met haar broer en haar ouders, eten in om tijdens de hongerwinter te kunnen overleven. Mijn oudtante is nooit getrouwd en erfde het huis na het overlijden van haar ouders. Na de oorlog begon een tijd van overvloed. Mijn oudtante had een eigen inkomen als verpleegster, een huis met weinig woonlasten, geld, aandelen en een kelder vol met ingeblikt eten. Ook stonden er in die kelder kilo’s boter, suiker, bloem en chocolade. Pas na haar overlijden vond de familie de enorme hongerwintervoorraad. Mijn eigen tantes, haar nichten, hebben er enorm om gelachen. Tante Nettie was inderdaad een beetje vreemd geworden in de laatste jaren voordat ze stierf.
Voor mijn oudtante moet de voorraad in haar kelder een geruststellende gedacht zijn geweest. Haar kon niets gebeuren. In de tijd van de wapenwedloop had zij genoeg eten om het een heel tijdje uit te houden in haar kelder. De voorraad gaf haar een gevoel van veiligheid. Ze had niemand meer nodig als er oorlog uit zou breken.

Eten en veiligheid? Die vraag begon ik mij te stellen. Misschien is het zo. Misschien horen eten en veiligheid als concepten wel bij elkaar. Denk aan een pasgeboren kind dat borstvoeding krijgt van zijn moeder. De moeder moet het kind dicht tegen zich aan drukken omdat het kind anders niet bij de tepel kan. Tijdens het drinken wordt een kind zo vastgehouden dat het gemakkelijk en warm, dus veilig, ligt. Beide boodschappen; ‘veiligheid’ en ‘eten’ komen tegelijkertijd bij de baby binnen.

Volgens Maslow zijn primaire biologische behoeften en veiligheidsbehoeften, de eerste twee behoeften die een mens nodig heeft. Over de veiligheidsbehoefte zegt hij “Het basisvertrouwen ontstaat in het contact met de verzorger/ster die als voedende en verzorgende persoon de eerste is die veiligheid representeert. Meestal is dat de moeder.”

In veilige omstandigheden leert een mens dus dat het kan eten. Deze veiligheid is overwegend vrouwelijk van aard. Hij wordt gegeven, uit vrije wil, uit liefde, hij wordt niet afgedwongen met geweld.
In de reclame kom ik deze vrouwelijke geruststelling vaker tegen. “Toe maar, dit kun je eten, het is veilig, kijk maar, zelfs ik sluit mijn ogen, zo veilig is het.”


Met liefde bereid.

In de voorgaande afbeeldingen zien we vrouwen, genietend van een saunabehandeling. Ze liggen ontspannen, met de ogen gesloten naast het product wat aangeprezen wordt. Het is er veilig. Als mens doe je je ogen alleen maar dicht als er geen gevaar dreigt, of als je dood bent.
In deze reclame gaat het niet alleen om de suggestie van veiligheid. Het gaat ook om slankheid. Beide vrouwen genieten van gezonde voeding en, anders ga je niet naar de sauna, een gezonde, ontspannen levensinstelling. Beide vrouwen zijn naakt en hebben, zo schijnt, niets te verbergen. Ze zijn ideaal van vorm en spreken de naakte waarheid. De kleuren in dit soort reclamecampagnes zijn vaak rustig; blauw, groen, huidskleur, zachte tinten, gemakkelijk om te slikken zal ik maar zeggen.



Ook in deze reclame wordt de veiligheid benadrukt in combinatie met vrouwelijkheid. Deze vrouw zit thuis of bij haar vriendje. Schijnbaar hoeft zij zich niet te kleden voor buitenstaanders. Wat je hier ziet, ziet alleen iemand die haar goed kent en die deze vrouw vertrouwd. In een veilige omgeving geniet een aantrekkelijke vrouw, die de nacht bij ‘de fotograaf‘ heeft doorgebracht dus van een vruchtensapje? Het fruittypje maakt goede, veilige keuzes.

Welke metaforen worden er nu in deze reclames gebruikt? Allereerst de vrouwelijkheid. De vrouwelijkheid, de naakte, slanke vrouwenvorm die op verschillende manieren aanwezig is in de reclames. Zij verwijst naar lichamelijke en geestelijke gezondheid. De vrouwen zijn niet actief maar passief. Zij zijn in rust. In alle gevallen ontvangen zij iets, namelijk ‘weldaad’. In twee reclames is dit een massage, in de andere de fruitdrank. De massage is een metafoor voor de weldaad die een vrouw ontvangt als zij gezonde vis of jam eet. Daarnaast ontvang je ook nog een gratis saunabezoek bij aankoop van.

Voor de makers van deze reclame toch een handige manier om hun product aan dit ontspannen beeld te koppelen.



Even een andere afbeelding om het verschil aan te geven. Ik vind deze voedingsreclame onveilig. De reclame is donker, het maakt gebruik van zwart, rood en wit, kleuren die gevaar oproepen. Ik kan het echte voedsel niet zien, alleen een afbeelding van het product op de verpakking. De naam van het product is hot & steamy. Het verwijst naar de manier waarop ik het moet opwarmen; in de magnetron. Het is fastfood. Fastfood heeft niet de pretentie om veilig te zijn. Uit onderzoeken weten we dat fastfood minder voedzaam is dan zelf bereid voedsel. De voedingsproducent moet het artikel dus op een andere manier onder de aandacht krijgen. Het speelt daarom in op de naam. In het beeld worden hitte en stoom gebruikt. In combinatie met het zwart lijkt de hot & steamy bijna duivels te worden. Het duivelse aspect in de reclame is een metafoor om vooral niet te doen wat goed is. Het duivelse haalt ons over om te luisteren naar onze lusten en niet naar ons geweten. Alles beeldelementen; kleuren, vorm, stoom, het niet tonen van mensen of van werkelijk voedsel, geven aan dat de consument zich in de gevarenzone begeeft. Het is ongezond, gevaarlijk, maar net als zondigen, oh zo lekker

De spruitjeslucht van kleinburgerlijkheid

Er zijn nog een paar andere manieren waardoor voeding kan laten zien dat het veilig is. Een van de meest interessante vind ik de verwijzing naar “grootmoederstijd” Want vroeger was alles goed, vers, met liefde bereid en erg lekker. Een voorbeeld;



Metaforen die verwijzen naar grootmoederstijd zijn; De eigentijdse Nederlander kookt nog maar nauwelijks aardappelen, het kost te veel tijd en moeite, alleen een echte aardappelkoker kan ze zo gekookt krijgen. Dit moet een moeder of een grootmoeder zijn! Zij verstaan tenminste de kunst nog van het aardappel koken.

In de afbeelding word ik geattendeerd op een themaweek van een cateringbedrijf. Zij houden een themaweek over grootmoeders moestuin. In de folder zijn verschillende verwijzingen naar veiligheid. Allereerst zien we hoe iemand de groente uit de grond haalt. Dit schept vertrouwen. Een mens vertrouwt eten wat hij gemaakt ziet worden, dit is ook een van de redenen waarom veel restaurant met een open keuken werken. Zij laten min of meer zien dat zij niets te verbergen hebben. Alles is ‘koosjer’, zeg maar. Maar goed, terug naar grootmoeders moestuin. Ik zie een persoon, op zijn knieën tussen de planten. Waarschijnlijk groente. De persoon werkt. Hij of zij steekt er tijd in, ook dit schept vertrouwen. Ik zie een wat sobere, bruin oranje schaal gevuld met peultjes. Peultjes zijn tegenwoordig erg duur. Ik koop ze alleen maar met kerst, dus tegen mij zegt de reclame dat, als ik me interesseer in grootmoeders moestuin, dat ik dan vaker peultjes kan eten. De folder belooft mij een luxere keuze. Dat schept wederom vertrouwen. In de laatste folder zie ik een foto van een groentesoort in de grond, volgens mij andijvie. In de grond staat een bordje geprikt met daarop “vergeten groenten”. Wij eten thuis nog voldoende andijvie, maar misschien dat de gemiddelde Albron bezoeker niet weet hoe andijvie er uit ziet. In dat geval maakt het niet uit welke groenten soort je fotografeert. Alle drie de folders dragen de tekst Grootmoeders moestuin. Alle drie de folders gebruiken geblokte tafelkleedjesprint als metafoor voor grootmoederstijd, en ik moet eerlijk zijn, ook mijn oma had zo’n tafelkleed. Nu is grootmoederstijd weer een metafoor, voor vers, puur, zelfgemaakt, gezond, kwaliteit, lekker en misschien ook voor “ in de vergetelheid geraakt”. De tafelkleedblokjes roepen ook een associatie op naar een andere tijd. Een tijd van warmte, geborgenheid en veiligheid. Naar een tijd waarin we nog tijd voor deze dingen hadden. Het is een metafoor voor vroeger, toen alles nog goed was.



In deze afbeelding zie ik een potje, waarschijnlijk een jampotje, gehuld in blokjesprint, met een schortje voor. Op de achtergrond zie ik ook de blokjesprint. Ik vind het jampotje bijna een icoon. Een icoon die verwijst naar een zelfgemaakt product en naar de tijd waarin het nog zelf bereid werd. Misschien zit er aardbeienjam in, misschien abrikozenjam, het doet er niet toe. Het is zelf bereid, met zorg want er hangt een schortje voor. Goed eten maken is liefde geven. De zorgzaamheid is hier weer vrouwelijk. De foto gaat niet meer over het product an sich, maar over de manier waarop je met eten om kunt gaan.

En weet je nog de tekst die ik eerder op mijn blog heb gezet over "the man who nibbled on his lettuce"? Mooie tekst niet? Schoolkinderen, zo zegt de schrijfster, leren weer waar voedsel vandaan komt en dat zij er met respect mee om moeten gaan. De school hoopt dat de kinderen een andere houding krijgen ten opzicht van het leven en alle aspecten van het leven. Voeding is in dit onderzoek dus een middel om een doel te bereiken, maar het is ook een metafoor, voor alle andere aspecten in het leven die liefde en aandacht nodig hebben. Hopelijk leert het ze respect en dus veiligheid.

Maar nu terug naar mijn oudtante. Mijn oudtante voelde zich, eerlijk gezegd, helemaal niet zo veilig. Ze woonde alleen in haar huis in de langzaam verpauperende binnenstad van Utrecht. Ze durfde niet meer op straat. Eens in de week bracht mijn tante haar een tas met verse boodschappen. Het moest persé bij de Albert Heijn gehaald worden, want die supermarkt kende tante Nettie nog. Die was goed.
Grappig detail is dat de Albert Heijn nog steeds reclame maakt met “de hamsterweken” Wat eigenlijk een beroep doet op de behoefte om maar vooral veel in te slaan, want wie weet wanneer je het nodig hebt. Vooral veel kopen en veel bewaren, dan ben je veilig.

Mijn tante mocht de tas met eten naar binnen schuiven, het wisselgeld terug geven en dan gaan. Tante Nettie liet niemand meer binnen. Ze was veel te bang dat er iets gestolen werd. Ook mijn oudtante kwam, met haar opvattingen, uit grootmoedertijd.

Preformance



De afgelopen weken heb ik veel informatie gehaald uit het tijdschrift Kunstforum over Essen und Trincken. Ergens in het midden van de dikke pil staat ook een interview met de Duitse kunstenaar Herman nitsch. Puur op basis van de foto's die bij zijn interview geplaatst zijn, verwees ik het artikle naar de categorie "niet bruikbaar". De foto's roepen een enorme aversie op. De tekst zal ook wel niets zijn, dacht ik. Tot ik bij het opnieuw doorbladeren van het boek met 'mijn ogen over een uitspraak val'.. En dan moet je verder lezen.. Zo'n zinnetje is dan de tricker. In het zinnetje stond, vrij vertaald; "Ritualisering is een esthetisering die helpt om een vorm van kunst op het gehele leven over te dragen. Het is eigenlijk een vorm van spelen."
Nou fascineren rituelen me enorm en met name de plaats die ze bij een maaltijd in kunnen nemen. Sterker nog, ik persoonlijk mis rituelen in de dagelijkse omgang met eten. Wij hebben wel rituelen, maar eigenlijk zijn het gewoontes, omdat ze niets met de waarde van het voedsel te maken heben, maar puur met datgenen wat voor ons, in alle drukte, gemakkelijk is.

Niet dat Herman Nitsch een gelovig man is. Hij gelooft niet in een God. Hij gelooft enkel en alleen in het leven. Via zijn preformaces of 'actionen' streeft hij naar 'een intensivering van het leven, want het leven op zich is waar het om gaat'. Nitsch gebruikt rituelen om het leven te vieren.

Het begrip preformances ken ik uit mijn vorige studie. Ergens ben ik eens begonnen met een onderzoek naar Marinna en Ulay, Jurgen Klauke en de meest leuke Matthew Barney (tegenwoordig noemt hij zich een mediakunstenaar, toen heette hij gewoon preformance-artist). Het heeft me best wel wat moeite gekost om als beginnend student te snappen wat men met het begrip 'preformance' bedoelde, of om te begrijpen wat de kunstenaars er nu mee wilde zeggen.. En waarom dit dan niet in een beeldhouwwerk of in een schilderij verteld kon worden? Was het niet ongeveer hetzelfde als theater maar dan voor gesjeesden? Ik vond preformancekunstenaars een stelletje gekken bij elkaar. Het overigens fascineerde wel.

Woensdagmiddag heb ik een van de foto's van Herman Nitsch, foto's van zijn 'action'
aan een vriendin van me laten zien. "Gatverdamme" roept Marjolijn en duikt dieper in het tijdschrift. Hoe leg ik haar uit wat een preformance is? Wat die mensen willen vertellen en dat deze kunstenaars niet gek zijn en zichzelf enorm serieus nemen?

25 september 2007

Linda Roodenburg

Het wordt nog erger.



Van oeroude boeddhistische eetprincipes tot parttime vleesverlaters, van Thaise poffertjespan tot Japanse picknickdoos, van gedroogde kakkerlak tot witte truffel.

Linda Roodenburg, auteur van het succesvolle Rotterdams Kookboek,verzamelde over de hele wereld informatie in woord en beeld over eten. Ze fotografeerde noteerde, nam van alles mee naar huis voor nader onderzoek en vulde haar kennis aan met informatie die zij aantrof in informatieve verslagen van reizigers uit de vorige eeuwen.
Eten op Aarde is het rijk geillustreerde en wetenswaardige verslag van haar bevindingen. Vanuit verrassende invalshoeken schrijft zij in toegankelijke stijl over eettradities, producten en ingredienten uit de hele wereld. Religie en voedselvoorschriften, de historische band tussen eetculturen en de verhalen achter bijzondere ingredienten en kookgerei passeren de revue. Oude en nieuwe theorieen over voedsel en gezondheid komen aan de orde en laten zien dat sommige moderne inzichten te herleiden zijn tot oeroude principes. Wie niet alleen wil lezen over onalledaagse specerijen en ingredienten, maar ze zelf wil proeven, vindt in dit boek recepten die zelfs de meest doorgewinterde culi’s zullen verassen. Linda Roodenburg studeerde Nederlandse Taal- en Letterkunde aan de Universiteit Leiden. Zij is gastconservator aan het Rijksmuseum voor Volkenkunde en tevens directeur van de Madame Jeanet Foundation, een onderzoeksinstituut voor culturele diversiteit.





In het Rijksmuseum voor Volkenkunde richtte ze de drukbezochte tentoonstelling Eten- tradities, taboes en delicatessen in. Het boek Eten op Aarde komt voort uit research voor deze tentoonstelling
.

Rotterdams Kookboek


Wat ik wil is eigenlijk al gedaan:

Rotterdams kookboek
Auteur : Linda Roodenburg
Uitgegeven door : Kosmos-Z&K Uitgevers
ISBN : 90-215-4196-3

Om het Rotterdams kookboek samen te stellen zijn de auteurs met een notitieblok en fototoestel door Rotterdam getrokken op zoek naar families uit verschillende culturen. Het resultaat is een kleurrijk, levendig en gevarieerd boek met authentieke recepten, vrolijke foto’s en een schat aan productinformatie.

Dertien gezinnen tonen hoe zij koken, van de boodschappen tot de gedekte tafel. De koks verklappen hun keukengeheimen, vertellen hun levensgeschiedenis en beschrijven hoe ze ingrediënten uit hun thuiskeuken aanpassen aan hun levensstijl in Rotterdam.

Van elk land geven de auteurs een historische schets over de eetcultuur, typische producten en historische achtergrond. Zo komt u bijvoorbeeld te weten wanneer de aardappel in de dagelijkse Nederlandse keuken is terechtgekomen, wat precies Turkse koffie is en wie nu pasta in de Italiaanse keuken geïntroduceerd heeft. De voorgestelde recepten zijn meestal erg feestelijk zoals gerechten voor een Chinees nieuwjaarsfeest, een Arubaans kerstbuffet of een Nederlands Driekoningenmenu.

Het Rotterdams kookboek is een snuffelboek met vele weetjes en achtergrondinformatie die de lezer onderdompelt in een mix van culturen. Zo brengen de auteurs de havenstad tot leven met sympathieke personages en exotische gerechten in een kleurrijke lay-out.

Lee Miller

In de hele picknick-editie van Kunstschrift staan welgeteld drie foto's. Ze behoren alle drie bij het artikel; 'Met het Achterwerk op moeder aarde'. In de eerste zwart-wit foto zie ik twee stellen, op de rug gezien, zittend, picknickend aan de waterkant. Een lege boot, waarschijnlijk behorend aan de stelletjes, ligt voor hen in het water. De foto is gemaakt door Henri Cartier-Bresson en heet 'Zondagmiddag aan de Marne' (1938).

Een pagina verder vind ik een foto van Brassaï. In de tekst wordt over de foto geschreven. "Een picknick dient per definitie een zorgeloze aangelegenheid te zijn. Al bereik je dat maar door het op het zachte mos consumeren van een hard gekookt ei, dan is dat al plezierig genoeg. Op de foto zie je een man die, zichtbaar tot eigen tevredenheid, met zijn achterste op moeder Aarde zit. Hij houdt een ei vast en met duim en wijsvinger van de andere hand strooit hij daar wat zout op. Hoe eenvoudig ook in zijn samenstelling, dat is de essentie van picknicken."

Weer een bladzijde verder kom ik toch wel bij de meest interessante foto. Het is een foto gemaakt door Lee Miller van een lunch met haar vrienden in 1937. Op de foto kun je zien dat het warm is en dat de flessen wijn en glazen leeg zijn.



In de tekst verwijst de schrijver van het artikel naar de tekst 'Le corps a corps culinair'. Echt een prachtig stukje tekst over hoe belangrijk het is om je onedele delen onder de tafel te houden.

"De grens tussen hoog en laag is het middenrif. Hier is sprake van een anatomische opdeling van de ziel. De tafel waaraan gegeten wordt, die de maaltijd vergemakkelijkt maar ook aan regels bindt, verwijst symbolisch naar deze lichamelijke afbakening. Met de voor spijsvertering en voortplanting noodzakelijke 'lagere'organen buiten gezichtbereik kan er boven tafel een hoger ofwel zakelijker contact plaatsvinden. Waar de tafel is verbannen, of eigenlijk naar een lager niveau teruggebracht, zodat buik en billen op dezelfde wijze zichtbaar zijn als de mond en volledig aan het feest kunnen deelnemen. op die manier wint de maaltijd aan erotische spanning en verhevigt mogelijke gedachten aan liefde. Want de tafel komt op die manier dichter in de buurt van het bed.. Niets beschermt het bovenlichaam meer tegen de lagere impulsen."

Je kleed uitspreiden


boven: James Tissot, Holyday ca. 1876.

Kunstschrift 2001, nummer 3, is in zijn geheel aan Picknick gewijd.
Door de foto's die ik in Frankrijk bij het tentje gemaakt heb (zie fotoblog) heb ik serieus overwogen om, na mijn onderzoek, mijn fotografie op het picknicken te richten. Oorspronkelijk had ik bedacht om diverse mensen te vragen om te gaan picknicken. Picknicken lijkt een beetje op camperen; je laat al je gerief thuis om twee of drie weken lang te leuren met jerrycans en emmertjes wasgoed. Je laat voor die paar weken je "gemak" los. Daarvoor in de plaats krijg je, als het goed is; momenten van rust, waardering voor je omgeving en intensiever sociaal contact met gezinsleden/vrienden etc. De meeste mensen proeven meer, ruiken, meer, kijken meer.

Picknick is een vakantie in het klein. Geen kookstel, magnetron en televisie. Geen gerief of afleiding. Voor een paar uur ben je weer buiten in gezelschap van de mensen met wie je dat het liefste doet. Ik had me zo voorgesteld de diverse mensen te zeggen dat ze "mee mochten nemen wat ze maar wilden! Niet alleen de sandwiches met kipsalade. Wil jij een hometrainer mee nemen, mag jij hem meenemen! Wil jij je laptop meenemen omdat je eigenlijk, op je vrije zondag nog werk af moet maken voor je baas? Mag jij je werk mee nemen en draadloos internetten. Mobieltjes? Ja.. neem maar mee, uitzetten hoeft niet."

Wat voor een picknicks zou ik tegenkomen? Of komt er toch een authentieke picknick? Met een geblokt kleedje in het zand, een mandje met vier bordjes, vier kopjes en bestek. De goed gevulde koelbox met heerlijke dingen, frisdrank en voor sommigen de fles wijn.

Al bladerend door Kunstschrift valt me op dat bijna alle afbeeldingen van Picknicks van vòòr het jaar 1900 zijn; 1863, 1730, 1881, 1856, 1863, 1866, 1510, 1876.
(1510 wordt later gebruikt als voorbeeld voor een schilderij geschilderd in 1863) "Misschien komt het door de recencie van Baudelair, uit 1845, die de heldendom beschrijft die in het dagelijkse leven besloten lag." schrijft Machteld Löwensteyn in haar Artikel.

Ik vind er ook een mooi stukje tekst over de schoonheid van het nu:
"Nog jaren later en vele Salons verder argumenteerde Baudelaire in zijn 'Peinture de la vie moderne' dat ook het heden het afbeelden waard was, vanwege zijn eigen schoonheid en de historische kwaliteit die het in zich borg.

Een van de vormen waarin dat moderne leven zich manifesteerde was, zoals dat in het Engels wordt genoemd; The pursuit of leisure. De geschiedenis van dit sociologische verschijnsel komt er in het kort op neer dat dankzij de industriële revolutie veel meer mensen, van hoog tot laag, over enige vrije tijd konden beschikken. En was het mooi weer dan wilde een stadsbewoner natuurlijk naar buiten en daar zijn kleed uitspreiden. Voor de schilderkunst ontstond een combinatie van drie genres; landschap, groepsportret (dagelijks leven)en stilleven.In de afbeelding worden meestal twee verhalen verteld; de idylle van het ongerepte landschap en die van de lotgevallen van de liefde. De etiquetten zijn losser, je mag gaan zitten naast wie je wilt en je hoeft niet rechtop te zitten. Dat is bevorderlijk vor het uiten van genegenheid."

Aan tafel gebeurt iets.

Ik woon samen met mijn twee kinderen. Voor de geboorte van mijn oudste dochter had ik mijn buurvrouw vaak 's middags aan tafel zien zitten met haar dochtertje. Altijd, rond het middaguur zaten die twee, in mijn ogen heel gezellig aan tafel, een boterhammetje te eten. Dat wil ik ook dacht ik en dat heb ik ook altijd, erg consequent gedaan. Eten doen wij aan tafel. Tot grote frustratie van mijn kinderen overigens want zij hangen liever voor de televisie met het bord op schoot. Toch geloof ik nog steeds heilig in dat samen eten. Gisteren hadden we het nog over hoe alle mannetjes- en alle vrouwtjes dieren heten, vanmorgen over hoe de zon opkomt. Met mijn handen als vuisten heb ik laten zien hoe de aarde om de zon draait. Een week geleden had mijn oudste vragen over Anne Frank. Leg maar eens uit wat het jodendom betekent, dan moet je al die andere religies ook uit gaan leggen. En wie is Hitler eigenlijk? Wie heeft er dan geklikt en gezorgd dat Anne Frank gevangen werd genomen? Zelf heb ik het meeste geleerd aan tafel. Het sociale beleid van onze regering werd besproken, nieuws, achtergronden, familieroddels en discussies over of ik nu wel, of niet, mijn kamer netjes had opgeruimd.
Soms hebben we het met zijn drieen over ons nieuwe huis, waar het staat, wat ze graag in hun kamer willen, welke kleur die kamer moet worden en meer van die dingen. En ze mogen pas van tafel als we alle drie klaar zijn.

22 september 2007

Daniel Spoerri 2

Ook in 1961 verkocht Spoerri suiker, olie en conservenblikken in een galerie. Alle eetwaren werden voorzien van een stempel waarop stond: "Achtung,Kunstwerk!"
Bezoekers van de galerie waren zich er, volgens Spoerri, van bewust, dat zij niet zomaar suiker kochten, maaar een bijzonder produkt

Daniel Spoerri


Voor Spoerri is het tot zich nemen van eten altijd iets heiligs geweest.

Spoerri noemt zijn beelden "eet-ensceneringen","object-ensceneringen", onderdeel van een "happening". De tafel waarvan gegeten is, vertegenwoordigd de buhne. In 1961 maakte hij "Roberts Tisch" Een tafel waaraan hij met Robert Filliou gegeten had. De tafel waaraan gegeten is, is in zijn geheel in het Keuls Museum geplaatst. Het is een relikwie van de gebeurtenis. Het vertelt iets over wat daar gebeurd is, wie daar gezeten hebben,hoe zij zich tot elkaar hebben verhouden, wat ieders neigingen, stemmingen en manieren zijn. Uit het artikel wat het bovenstaande beschrijft; "Daniel Spoerri, cyclus van het leven, Kunstforum April 2002, blijkt dat dit voor Spoerri het meest interessante beeld is, deze tafel waaraan gegeten is; het geeft een stukje van de cyclus van het leven weer.

19 september 2007

Madagascar

Voor Maatschappijleer heb ik eens een werkstuk geschreven over een zelfvoorzienende boerderij op Madagascar. Ik wist precies welke planten en dieren in Madagascar konden groeien, welke beesten er leefde, Ik wist precies hoe ik zo'n zelfvoorzienende boerderij kon indelen, hoeveel mensen en kinderen er konden leven. Ik had zelfs een, welliswaar mager, reglement opgezet, omdat ik wel inzag dat zo'n project niet alleen op goodwill kon draaien. Het was een enorm pakket inclusief plattegronden.
Waarom Madagascar?

Geen idee. Lekker ver weg. Het heeft niets met de hedendaagse westerse cultuur te maken. Lekker groen om me heen en een eiland spreekt ook wel tot de verbeelding. Je hebt er geen last van het vaste land.
Mijn Maatschappijleerdocent kon er eigenlijk niets mee, hoe compleet het ook was. Hij gaf me een 7 voor de moeite en de originaliteit.
Dan lees ik de uitspraken van Paul Kubelka en vraag me af of ik toch niet in wouden van Madagascar of in de bergen van Duitsland moet gaan wonen.

Kubelka's opmerking over bezit

In wirklichkeit verhält es sich so,
dass der Besitz einen heutigen Bauern,
der über Haus, Scheune und Felder verfügt,
oder der Besitz einer Städters,
dem eine winzige Anzahl von kubischen zusammenhängenden Hohlen
mit abschliessbaren Türen zur verfügung ,
lächerlich klein ist gegenüber dem ungeheuren Gebiet,
in dem sich die frühen Menschen bestens auskannten
und welches ihnen auch gehörte
.

Sympathisieren Sie mit dem Nomadentum?

Ich bin ein Nomade,
also weder sesshaft im Geistigen noch in einzelnen gebieten,
bin permanent im Raum meiner Disziplinen unterwegs.

Das Nomadisieren an sich ist teil der Speizentubereitung. Der Nomade, der sich zu einem Ort bewegt, von dem er weiss, das er dort eine reife Frucht findet, ist bereits als Koch tätig. Alles menschen, die einen riesigen Raum als ihren verstehen, darin sie sich bewegen, und das bewegen ist bereits eine Form des Kochens.

Der teller, von dem gespeist wird, ist niecht anderes als ein Bilderrahmen für eine Speise, die etwas artikuliert, das ich lesen kann.


Peter Kubelka nog een keer

Peer Kubelka probeert de interviewer van het blad Kunstforum uit te leggen dat wij, mensen, een onderdeel zijn van het begrip 'levende wezens', dit zijn mensen en dieren samen. Er is geen onderscheidt tussen mensen en dieren vindt hij. Dat onderscheidt is benadrukt door de mens vanuit onze religies. Wij hebben immers een ziel. De veronderstelde afwezigheid van een ziel bij dieren maakt het voor ons minder erg om dieren te doden.

een stukje verder in de tekst vertelt Kubelka over de 'daad' van het koken;
"Im Kochen wird, und das ist ungeheuerlich, tätsachlich übertragen und neu zusammengesetzt. Dazu ein Schulbeispiel:

Wenn ich die im Wald gesammelten Himbeeren in einem Korb und die auf der Weide von einer Kuh gemolkene Milch in einer Kanne zu mir nach Hauze trage, um beides in einem weiteren Gefäss mit Hilfe eines Löffel zusammen zu rühren, so bilde ich eine Methapher. Wobei ein Löffel nichts anderes ist als eine künstliche, von mir geschaffene hohle Hand darstellt. Aber when ich Löffel sage, so nehme ich, weil ich ihn wie ein gegebenes Ding handle, an der erfindung nicht mehr teil. Ich führe nur meine künstliche, hohle, mit Milch und Himbeere gefüllte Hand zu meinem Mund Dort lese ich Schmeckenderweise. Dieser lesevorgang ist ein Entziffern, ein Decodieren und Verstehen. Ich schmecke den Inhalt meines Bissens, also die Milch, die mich als Herr der Kuh, und die Himbeere, die mich als Herr des Waldes ausweisen.

Hoe ben je heer over je grond, je land, je beesten en je planten.. Wat voor een heer wil je zijn. Interessante vraag.

18 september 2007

Ronddolen met camera

Ik heb zaterdag veel etende mensen bespied en maar weinig mensen gefotografeerd.

Een paar jaar geleden heb ik een zoomlens gekocht. Het is een oude lens die soms wel, dan weer niet werkt op mijn digitale camera. Meestal, met name als het diafragma te klein wordt, schiet mijn camera op ERROR. Ook al heb ik dan geklikt, dan nog heb ik geen foto. Maar goed, het leuke aan deze lens is wel dat ik mensen kan bespieden van een afstandje. Het werkt als een verrekijker en heeft daarom iets spannends.
Met deze lens op mijn camera ben ik afgelopen zaterdag naar de markt geweest. Ik wilde etende mensen fotograferen tijdens de drukke bezochte markt. De lens stelt ook niet echt snel scherp, dus al met al heb ik weinig goede foto's gemaakt. De hap was al doorgeslikt of de persoon in kwestie was alweer uit beeld.. of er liep iemand tussen mijn camera en de hoofdpersoon door.

Ik heb uiteindelijk drie foto's gemaakt van hetzelfde meisje. Ze eet een ijsje aan het einde van een lange dag werken achter de viskraam. Ze heeft het ijsje van haar baas gekregen. Samen met haar baas en collega, met zijn drieën op een rijtje, eten ze een ijsje. Omdat ze zo rustig blijft staan kan ik eindelijk een foto maken met het goede diafragma, goed scherp en zonder dat er iemand voor loopt.

"Mogen we de foto's nou ook zien?" vraagt haar baas ineens, en hard want ik sta een heel stukje verder..
Ik schud van "nee", als in een soort reflex.



Meestal heb ik mijn praatje wel klaar en kan ik goed vertellen waar ik mee bezig ben. Ik lach wat en zeg wat ik heel mooi vind. Nu niet.
Bij het maken van deze foto's en dan met deze lens voelde ik me een beetje een viespeuk. Zeker toen de baas in de gaten kreeg dat de lens op hen was gericht.. Maar daarvoor eigenlijk ook al.

Ik registreer iets wat privé is. Ook al gebeurt het op een druk bezochte markt. Het is een moment wat de baas deelt met zijn 2 werkneemsters. "Moet hij het maar niet daar doen!" Kan ik denken.
Ja, dat klopt.. dat kan ik denken.

Maar in feite denk ik; "Kan ik dit wel maken zonder toestemming te vragen?"
Het gaat daarom niet zozeer over wat ik fotografeer maar hoe ik fotografeer.
Als ik een vriend of vriendin, etend fotografeer, dichtbij of veraf, heb ik dit probleem niet, maar heb ik een ander dilemma; "Kan ik het ten opzichte van die ander maken om een zgn 'eetfoto' op te blazen tot een formaat van bijvoorbeeld 1 meter bij 1 meter en te exposeren?

13 september 2007

Kookkunstenaar Tiravanija






Bij het lezen van dit Artikel moet ik onwillekeurig denken aan Guy Debord. Bij Debord, ging het om het ronddolen, en veel drinken, zoals ik later ergens gelezen heb. Het doen, het ondergaan van de activiteit. Bij Tiravanija proef ik een beetje hetzelfde.

In Kunstschrift 2001/2 Schrijft Hans den Hartog Jager over Tiravanija; " Een in New York woonachtige Thai, wiens werk eruit bestaat dat hij in musea, galeries en op kunstmanifestaties kookt voor de aanwezigen. Tiravanija is in alles het tegendeel van een mythische held als Pollock. Geen schietgrage cowboy maar een studentikoze jongen die glimlachend in zijn pan met noedels staat te roeren. Hij maakt kunst zonder pretenties, kunst die de ideologie voorbij wil zijn. Geen donderslagen, maar kleine pogingen om de wereld naar je hand te zetten.

Het eten samen is de dagelijkse activiteit die door Tiravanija het museum is ingebracht.

De smaak van mijn herinnering

De smaak van mijn herinnering
Een boek vol familierecepten
Tessa Kiros


Tessa Kiros heeft een Finse moeder en een Grieks-Cypriotische vader en is in Londen geboren. Ze leerde alles wat ze te weten kon komen over culturen en tradities over de hele wereld en andere leef- en eetgewoonten.
"De herinneringen aan een leven in vele landen en aan een familie die dol is op vele keukens, draag ik altijd met me mee."


De smaak van mijn herinneringen", die titel had ik graag zelf willen verzinnen.

Sophie Calle

Fragmenten uit vrij Nederland, 1 september 2007, door Edzard Mik.

Tomaten op dinsdag
Toen de Amerikaanse schrijver Paul Auster in zijn roman Leviathan (1992) episodes uit Sophies leven gebruikte voor de creatie van een personage was dat wél kunst. En ook toen Sophie Calle zich vervolgens voegde naar het personage en enkele door Auster toegevoegde eigenaardigheden ging naleven. Auster schreef: ‘In sommige weken gaf zij zich over aan wat zij het “chromatische dieet” noemde, dan beperkte ze zich elke dag tot eten van een en dezelfde kleur.’ En dus at Calle op maandag wortelpuree, gekookte garnalen, meloen, op dinsdag tomaten, tartaar, rode pepers en granaatappel, op woensdag bot, rijst en witte kaas, et cetera.

Calle plaatst wat geacht wordt privé te zijn in het naakte licht van de openbaarheid .

Wat mij betreft heb ik Sophie Calle en datgene wat zij met eten doet hiermee onderzocht. Ik kan er niets mee. Sorry.

Kulturgeschichte des Essens und Trinckens

In de dikke pil Kunstforum Essen und Trincken teil 1, vind ik een interview met de schrijver van het boek "Kulturgeschichte des Essens und Trinckens". De man heet Gert von Paczensky. Ergens halverwege het interview vraagt de interviewer;

"Was sagt die essenskultur über die kultur eines landes aus?"

Von Paczensky antwoordt: "Ich würde es umgekert formulieren. Die abwesenheit von Essenkultur ist ein Signal für die Abwesenheit von Kultur oder zeigt die Existenz einer minderen Kultur an.. Aber was meinen wir? Wird da feiner, complizierter oder zeremonieller gegessen als anderswo?
Nicht unbedingt aber wer plump, krass und ohne Rücksicht darauf, was es ist, alles in sich hineinstopft, ist vielleicht eher in ein kulturlosen Umgebung."

Eten op een afbeelding

Na twee dagen zoeken heb ik 2 afbeeldingen gevonden.





Paul Kubelka is kunsttheoreticus, filmmaker, muzikant en verzamelaar. Tijdens een interview in het kunstforum van mei 2002 wordt hem door de interviewer gevraagd:

"Beurteilen Sie Menschen danach, was und wie sie essen?"

Kubelka atwoord;
"Das ist fur mich etwas Nebensächliches. Bei meiner Beschäftigung mit dem Essen, der Speisenbereitug oder dem Speisenbau, geht es mir weder um Alltagsbewältigung noch um Fragen, die mein tägliches Leben betreffen, sondern um etwas ganz anderes.
Jede Frage und jede Antwort hängt ja davon ab, wann und wer sie stellt und wem geantwortet wird. Es macht einem Unterscheid, ob eine frage in Wien um 1848 oder in New York um 1960 gestellt wird. Wenn Ich das sage, so meine ich damit, das ich nicht an eine absolut von der Situation herausgel"pste Wahrheit glaube. Vielmehr ist das Ganze in den Fluss eingebettet, der den biologischen Fortgang der Menschheit dar stellt. In den letzten Dezennien ging es mir darum, die Kunst in ihren diversen Ausformungen in der GEschichte züruckzuvervolgen. Mich interessiet, was das ist und wo es herkommt? Mit anderen Kunstgattungen wie Film, Architektur oder Musik befasst, kam ich darauf, das es sich bei der Gestaltung der
speisen, also beim Speisenbau um eine bildende, ja um die älteste Kunst überhaupt handelt.

11 september 2007

kookboekenfotografie



Afgelopen zaterdag ben ik een Amsterdamse kookboekenwinkel binnengelopen. Drie muren vol kookboeken. De winkel heet; "de kookboekhandel." In het midden van de winkel een enorme tafel met de mooist vormgegeven boeken. O.a. het allernieuwste boek van kookgoeroe Jamie Oliver. Het boek is echt een plaatje, alleen nog niet vertaald in het Nederlands. Ik schuif van boek naar boek en blader zo een uur lang de hele winkel door. Ik ontdek dat er speciale kookboekuitgevers zijn zoals; Terra, Inmerc, Veltman en Miller books. Aan de verkoopster vraag ik of ze me kan vertellen of er een tendens is in de 'kookboekenfotografie'. De verkoopster komt, ondanks de drukte in haar winkel, enthousiast met het ene na het andere boek aandragen. Sommigen komen uit de winkel, anderen achter uit een verstopt kastje. Ze heeft het over 'Jonah Freud', 'Tony le Duc' en 'Homarus'. Ook heeft ze het over het boek 'La pizza' een Italiaanse uitgave met grote korrelige zwart/wit- en kleurenfoto's van Ewa Maria Runquist, een Zweedse fotografe. Het boek is nauwelijks nog te krijgen. De verkoopster gaat het afstapje weer af en haalt voor mij het boek 'La Pizza' uit het verstopte kastje. Het boek, groter dan A4, valt open tussen de foto's van etende mensen. Grote portretten van mensen met eten in hun mond. Geen vieze foto's, geen onterende foto's, maar mooie foto's.

Bladerend door onze familiealbums zie ik heel veel "eetfoto's".. Vooral op de achtergrond van onze familiefoto's eten steeds veel mensen, maar mijn familie eet dan weer minder mooi.







familiefoto

In 1990 ben ik op kamers gegaan. Ik was 20. Na een paar maanden vroeg ik aan mijn moeder of ze niet een foto had waar wij met zijn vieren opstonden. Ik wilde graag een familiefoto in mijn studentenkamer. Mijn vader, moeder en mijn broer moesten erop staan, en als het even kon ik ook. Op een zondagmiddag heb ik al onze familie-albums doorgespit. De eerste gezinsfoto die ik tegen kom, blijkt uit 1978. Hij is gemaakt voor mijn eerste communie. De pastoor wilde een gezinsfoto. Mijn aardappelschillende oma kreeg een pocketcameraatje in haar hand geduwd en maakte een foto. Mijn vader, moeder, broer en ik vallen nog net niet van de foto af. Het is een beetje een portret van een behangetje geworden met vier mensen onder in de hoek.
Ik vond dat deze foto toch te lang geleden was gemaakt om in mijn studentenkamer te hangen en zocht verder, m.n. in onze vakantiefoto's.

We hebben albums vol blauwe zee, portretten in zomerkleding, natuurschoon en straatbeelden. Ook onze zelfgebouwde blauwe camperbus is vaak gefotografeerd. Uiteindelijk vind ik nog één foto waar mijn vader, moeder en broer samen opstaan. Ik heb de foto zelf gemaakt tijdens een vakantie in Joegoslavie. Ze eten buiten, in een steegje, een pizza op het terras. Mijn broer zit met zijn rug naar me toe. Mijn vader steekt net op dat moment een stuk pizza in zijn mond.
Klik.
Ik besluit dat dit mijn familiefoto dan maar moet worden en trek hem uit het album.
"Mam, deze wordt het."
"Laat eens kijken..."
"Nou, Maris.. moet dat nou...kun je geen andere foto zoeken...Aah nee... Hè jesses."

Ik begrijp niet waar ze het over heeft. Ze staan er toch allemaal op.

06 september 2007

hungry planet, Peter Menzel







Grote inspiratiebron vind ik Peter Menzels foto's met als titel 'Hungry planet'
De foto's zijn gepubliceerd in maandblad Ode ongeveer 2 jaar geleden. Ondertussen zie ik ze steeds vaker terugkomen omdat ook populaire "glossy's" de foto's ontdekken. Ze worden een beetje gemeengoed. Je ziet ze hier ingeplakt in mijn dummie van 2 jaar geleden.
Op alle foto's zie je een gezin in een land. Elk land is maar één keer aan de beurt, dus één Frans gezin is gefotografeerd, één Japans gezin, één Argentijns gezin, één Canadees gezin, etc. Alle gezinnen zijn in hun keuken gefotografeerd met datgene wat ze in één week consumeren. Al het eten en drinken staat in de originele verpakking uitgestald. Fascinerend, echt waar. Ik kan hier naar blijven kijken.
Maar zelfs in deze reeks foto's zijn er meer en minder interessante exemplaren.
Het langst kan ik blijven kijken naar de Australiers. Dit vanwege hun formaat. Ze hebben allemaal last van overgewicht. Op de keukentafel zoek ik naar de oorzaak van hun uiterlijk. Het eerst zie ik de enorme hoeveelheden vlees. Echt smerig die folieverpakte vormeloze roze massa's. In deze foto zie ik een duidelijk verband tussen de uiterlijke vorm van de Australiers en datgene wat ze eten. Even kijken of ik dat ook in de andere landen kan vaststellen. Maar bij de groenlanders let ik weer op iets anders.. daar zie ik pinguinhoofdjes op de keukentafel liggen en onderzoek ik welk deel van hun voeding nog origineel is en welk gedeelte voorverpakt uit de supermarkt komt. De foto's bevatten zo ontzettend veel informatie.

Als ik heel erg eerlijk ben zou ik wel willen leven in de Zonnatura reclame

Dit meen ik volgens mij niet?

Wat doet die reclame met me.. Ik vind hem prettig om naar te kijken. De muziek spreekt me aan. (komt oorspronkelijk uit de film Hair, waarin flowerpower jongeren zich proberen los te maken van de Amerikaanse waarden en normen, zoals zij waren in de jaren vijftig en zestig.) Eigenlijk gaat het lied over het loslaten van die normen om zo de liefde voor elkaar te ontdekken. Gewoon een lekker nummer wat een beetje gospelachtig aan doet. Het zou bijna in een Amerikaanse kerk gezongen kunnen zijn. Maar in de film Hair wordt het gezongen door de bezoekers van een park.
Er ligt dus een link met 'liefde'. Gospel doet dat met God, Hair doet het, volgens mij zonder, wat het uit moet stralen of over moet brengen lijkt een beetje hetzelfde. Nu terug naar die reclame. Ik zie een boerderij, met een blank gezin, de kleuren lijken een gouden gloed te hebben, alle mensen lachen en zijn helemaal blij met elkaar. Aan de lach kun je zien dat het, bij alle familieleden een neplach is. Opgeplakte tanden; een verwijzing naar een overdreven wereld waarin alles perfect is en iedereen lacht. Voor deze nepwereld moet je zonnatura hebben.

Oke het spot met ons ideaalbeeld... Blanke mensen in een boerderij op het platteland.
Misschien ook wel mijn ideaalbeeld. Zo ken ik het. Dit is die boerderij waar ik, met die 12 anderen aan tafel zat. Wacht even, die boerderij was helmaal niet zo mooi. Hij had rode bakstenen, maar die waren meer grijs of groen uitgeslagen. De bijgebouwen waar de konijnen, schapen en varkens in zaten zijn te vergelijken met de huizen in de sloppenwijken van Manila. Allochtonen bestonden toen nog niet..

En wie kent die oude Bleu Band reclame nog, waar een hele familie met een huifkar het boerenland op rijdt. Het land wordt begroeid door Graan. De familie bouwt een lange rij schragentafels op en begint aan de meest geweldige, gezellige picknick.. En dan verschijnt daar zo'n kuipje Bleu Band in beeld.. langzaam wordt uitgezoomd van de rijen tafels en zie je het landschap. in de verte zakt de zon, de gloed over het landschap wordt ook oranje..

Voor zonnatura zie: http://www.ster.nl/ster?nav=vaunLsHCjENpCuCrC

Voeding en Reclame reglementen

"In de reclame voor voedingsmiddelen is het verboden :

1)in verband met de samenstelling, eigenschappen toe te schrijven die betrekking hebben op objectieve of meetbare criteria en die niet bewezen kunnen worden ;

2)te doen geloven dat het merkproduct bijzondere eigenschappen bezit, alhoewel alle soortgelijke voedingsmiddelen dezelfde eigenschappen bezitten ;

3)gewag te maken van de toevoeging van vitamines of provitamines indien deze stoffen met een technologisch of met een organoleptisch doel werden toegevoegd ;

In tegenstelling tot de resultaten van de studie '93 is de geschreven argumentering erg uitgesproken aanwezig ; ze wordt met beeld en kleur versterkt.

Slogans en argumenten verwijzen vaak naar de "natuurlijke" oorsprong van het product : "100% plantaardig", "zonder bewaarmiddel", "afkomstig uit het Parc National d'Auvergne", "afkomstig van een beschermde bron", "afkomstig van landbouw zonder scheikundige meststoffen of synthetische pesticiden", ... Er wordt veel gebruik gemaakt van de vergelijking "ongeschonden natuur = gezondheid".

De meest frequente termen maken allusie op "natuur", "puur" en "plantaardig". Het gebruik van termen als "natuur" en "puur" is trouwens gereglementeerd (zie hoger).
Volgens artikel 2 van het K.B. van 17 april 1980 mag de consument niet misleid worden in verband met de oorsprong, de kwaliteit, de productiewijze ... van het product.

Aangezien de reclame voor melk van Joyvalle probeert te laten uitschijnen dat de koeien op groene weiden grazen, terwijl ze waarschijnlijk in industriële gebouwen gestald staan, lijkt het er dus sterk op dat Joyvalle dat argument op een onreglementaire manier gebruikt.

Het Water van Arvie zou "biobeschikbare mineralen" bevatten... :
wat betekent dat ?
Heeft het gebruikte woord wel een betekenis ? Of gaat het om pseudo-wetenschappelijke vaktaal die de consument moet foppen ?

In de geschreven tekst wordt vaak een beroep gedaan op een ander middel dan de slogan of argumenten : namelijk op de enscènering of situering.

Als voorbeeld citeren we de beschrijving van een picknick : "Het uitgestrekte open veld straalt een sfeer van spel en plezier uit... en de activiteiten in open lucht hebben de honger ten top gedreven. Gelukkig hebben we watermeloen en gerookte ham van AOSTE meegebracht om een hongerstillende picknick vol aangename verrassingen samen te stellen..."

De natuur is eveneens een bron van energie en gezondheid, een omgeving waarin mensen zich kunnen herbronnen.We zijn overgestapt van light producten (zonder suiker, zonder vet) naar producten die evenwichtig, gezond en goed voor ons organisme zijn. Dat is hoofdzakelijk een reactie op de angst voor ziekten. In de huidige trend baseren reclamemakers zich op de immateriële factor "geruststelling", terwijl de light producten probeerden in te spelen op de immateriële factor "individualisme + verleiding" (met name de belofte om op een mannequin te gaan lijken).

Voedingsproducten worden voorgesteld in een kader met natuurlijke elementen (houtblokken, fruit, ...) of in een rustieke omgeving (die de rust en gezelligheid en properheid van grootmoeders keuken uitstraalt). Op die manier wordt ingespeeld op de behoefte van de consumenten aan meer menselijkheid en warmte in onze harde maatschappij.

Andere beelden tonen foto's van elementen en mensen (een rots, een naakte man, enzomeer) in de meest elementaire vorm en in pastelkleuren die naar zuiverheid verwijzen.
Voorbeeld : de reclames voor EVIAN-water.

De kleur groen wordt het meest gebruikt, zowel voor tekst als voor illustraties en bladschikkingselementen.

04 september 2007

1+2+3+4 Aan tafel bij Albert Heijn

2 jaar geleden onderzocht ik eetgewoonten voor het eerst. Ik kom nooit bij de Albert Heijn, te duur en te ver weg, maar nu wilde ik toch wel eens gaan kijken. De Albert Heijn in Tilburg is een van de grootste en meest luxe van Nederland. In het midden van het filiaal staat een computer met touch-screen waar je op alfabet kunt zoeken naar het product dat je wilt hebben. De computer verwijst je naar de juiste gang, want het zijn er heel erg veel. Dit scheelt je tijd in het doolhof.
Bij binnenkomst moet ik eerst door de bekende metalen klaphekjes. Meteen rechts een enorme koelvitrine met vier lagen. Laag 1, laag 2, laag 3 en laag 4.
Naast de vitrine hangen folders over "menu-samenstellen" dankzij dit nieuwe systeem. Wat je ook kiest uit laag 1, je kunt het altijd combineren met iets wat je kiest uit laag 2, vervolgens kies je iets uit laag 3 en tot slot kies je wat je maar lust uit laag 4. Je gooit alles bij elkaar in de pan en er komt altijd iets uit wat smaakt. Heerlijk.
Op de folder prijkt een foto van een heel erg gezellig gezin. Zo'n mooie jeugdige moeder, lachend. Vader achter het kookeiland, met een koekenpan in de lucht alsof hij jongleert. Kinderen lachend van plezier bij hun ouders. De foto is prachtig van kleur.
Ik heb zo'n gezin niet..

In laag 1 liggen de pasta's die je kunt kiezen, in laag 2 de verschillende voorgesneden vullingen voor in een pastasaus. In laag 3 de sauzen, in laag 4 de soorten vlees voor in de saus.
Ik begin mij af te vreagen hoe slim een consument nog wil zijn. Alsof ze het tegen een stel schapen hebben.

Afgelopen zaterdag sta ik, met mijn tante, en echt waar ze is zo verschrikkelijk leuk, ik ben echt fan van haar,dus vol schaamte typ ik verder, op een bruiloft. Mijn tante vertelt me dat ze die avond zoooo heerlijk hebben gegeten. Van de Albert Heijn, je weet wel, waar je uit vier lagen moet kiezen.
"Dat meen je niet!" laat ik me per ongeluk ontvallen. "Ja, dat doen wij heel vaak.. zooo lekker.. en makkelijk joh!
Hoe kan het.. bedenk ik me. We komen in principe uit hetzelfde nest. Ook zij zat aan die tafel met 12 kinderen. Ook zij zag mijn oma zwoegen op die pan bonen en die nog grotere pan aardappelen.
Zeg Ingrid.. mag ik jouw eetgewoonte eens fotograferen?

consumeren

Ik stoor me mateloos aan de manier waarop mensen met eten omgaan. Te gemakkelijk. Aan de andere kant heb ik, net als al die andere mensen, niet de tijd om zelf wel goed met mijn voeding (en de herkomst ervan) om te gaan. Ik neem die tijd niet in ieder geval.
Mijn poging om afgelopen jaar zelf mijn voedsel te verbouwen bij een volkstuinencomplex is mislukt. Twee weken geleden heb ik honderd vierkante meter grond van onkruid ontdaan. Het kwam op heuphoogte. De komkommerplanten hadden door het onkruid zo weinig licht gehad dat ze nog maar net boven het zand uitstaken.

structuralisme

Het structuralisme is een theoretische benaderingswijze binnen de sociale wetenschappen met als uitgangspunt dat niet direct waarneembare structuren ten grondslag liggen aan sociale verschijnselen. Deze structuren zijn verzamelingen van de relaties tussen de elementen waaruit de sociale werkelijkheid is opgebouwd.

De etnoloog Claude Lévi-Strauss ontleent de structuralistische benadering aan Roman Jakobson en past deze toe op de analyse van familierelaties, mythen en riten. Lévi-Strauss ontleedt de mythes van verschillende volkeren in mythèmes, impliciete atomaire eenheden van het mythisch denken die slechts in relatie tot elkaar betekenis krijgen.


Waarom nu structuralisme?
Ik heb het zelf leren kennen in 1996, in een les aan de academie in Arnhem. Ik herkende iets in die filosofie. In die tijd interpreteerde ik de filosofie ongeveer zo;

Als er iets goed mis is in de samenleving (macroniveau) komt het ook al voor in een gezin (microniveau). In alle lagen kom je hetzelfde 'principe'tegen van hetgeen dat niet goed zit. Alles heeft direct verband. Het is daarom niet nodig om een grootschalig onderzoek te doen in de samenleving. Hetgeen je onderzoekt, kun je, met dezelfde antwoorden, onderzoeken in bijvoorbeeld een gezin.