27 september 2007

Metaforen in Beeld
AKV St. Joost 2005-2006 kw3 deeltijd
Onderzoek door Mariska van Zutven
Deeltijd fotografie 2e jaar
Metaforen en voeding


Aan het einde van de tweede wereldoorlog begon mijn oudtante, toen nog een jonge vrouw, te hamsteren. Zij sloeg, samen met haar broer en haar ouders, eten in om tijdens de hongerwinter te kunnen overleven. Mijn oudtante is nooit getrouwd en erfde het huis na het overlijden van haar ouders. Na de oorlog begon een tijd van overvloed. Mijn oudtante had een eigen inkomen als verpleegster, een huis met weinig woonlasten, geld, aandelen en een kelder vol met ingeblikt eten. Ook stonden er in die kelder kilo’s boter, suiker, bloem en chocolade. Pas na haar overlijden vond de familie de enorme hongerwintervoorraad. Mijn eigen tantes, haar nichten, hebben er enorm om gelachen. Tante Nettie was inderdaad een beetje vreemd geworden in de laatste jaren voordat ze stierf.
Voor mijn oudtante moet de voorraad in haar kelder een geruststellende gedacht zijn geweest. Haar kon niets gebeuren. In de tijd van de wapenwedloop had zij genoeg eten om het een heel tijdje uit te houden in haar kelder. De voorraad gaf haar een gevoel van veiligheid. Ze had niemand meer nodig als er oorlog uit zou breken.

Eten en veiligheid? Die vraag begon ik mij te stellen. Misschien is het zo. Misschien horen eten en veiligheid als concepten wel bij elkaar. Denk aan een pasgeboren kind dat borstvoeding krijgt van zijn moeder. De moeder moet het kind dicht tegen zich aan drukken omdat het kind anders niet bij de tepel kan. Tijdens het drinken wordt een kind zo vastgehouden dat het gemakkelijk en warm, dus veilig, ligt. Beide boodschappen; ‘veiligheid’ en ‘eten’ komen tegelijkertijd bij de baby binnen.

Volgens Maslow zijn primaire biologische behoeften en veiligheidsbehoeften, de eerste twee behoeften die een mens nodig heeft. Over de veiligheidsbehoefte zegt hij “Het basisvertrouwen ontstaat in het contact met de verzorger/ster die als voedende en verzorgende persoon de eerste is die veiligheid representeert. Meestal is dat de moeder.”

In veilige omstandigheden leert een mens dus dat het kan eten. Deze veiligheid is overwegend vrouwelijk van aard. Hij wordt gegeven, uit vrije wil, uit liefde, hij wordt niet afgedwongen met geweld.
In de reclame kom ik deze vrouwelijke geruststelling vaker tegen. “Toe maar, dit kun je eten, het is veilig, kijk maar, zelfs ik sluit mijn ogen, zo veilig is het.”


Met liefde bereid.

In de voorgaande afbeeldingen zien we vrouwen, genietend van een saunabehandeling. Ze liggen ontspannen, met de ogen gesloten naast het product wat aangeprezen wordt. Het is er veilig. Als mens doe je je ogen alleen maar dicht als er geen gevaar dreigt, of als je dood bent.
In deze reclame gaat het niet alleen om de suggestie van veiligheid. Het gaat ook om slankheid. Beide vrouwen genieten van gezonde voeding en, anders ga je niet naar de sauna, een gezonde, ontspannen levensinstelling. Beide vrouwen zijn naakt en hebben, zo schijnt, niets te verbergen. Ze zijn ideaal van vorm en spreken de naakte waarheid. De kleuren in dit soort reclamecampagnes zijn vaak rustig; blauw, groen, huidskleur, zachte tinten, gemakkelijk om te slikken zal ik maar zeggen.



Ook in deze reclame wordt de veiligheid benadrukt in combinatie met vrouwelijkheid. Deze vrouw zit thuis of bij haar vriendje. Schijnbaar hoeft zij zich niet te kleden voor buitenstaanders. Wat je hier ziet, ziet alleen iemand die haar goed kent en die deze vrouw vertrouwd. In een veilige omgeving geniet een aantrekkelijke vrouw, die de nacht bij ‘de fotograaf‘ heeft doorgebracht dus van een vruchtensapje? Het fruittypje maakt goede, veilige keuzes.

Welke metaforen worden er nu in deze reclames gebruikt? Allereerst de vrouwelijkheid. De vrouwelijkheid, de naakte, slanke vrouwenvorm die op verschillende manieren aanwezig is in de reclames. Zij verwijst naar lichamelijke en geestelijke gezondheid. De vrouwen zijn niet actief maar passief. Zij zijn in rust. In alle gevallen ontvangen zij iets, namelijk ‘weldaad’. In twee reclames is dit een massage, in de andere de fruitdrank. De massage is een metafoor voor de weldaad die een vrouw ontvangt als zij gezonde vis of jam eet. Daarnaast ontvang je ook nog een gratis saunabezoek bij aankoop van.

Voor de makers van deze reclame toch een handige manier om hun product aan dit ontspannen beeld te koppelen.



Even een andere afbeelding om het verschil aan te geven. Ik vind deze voedingsreclame onveilig. De reclame is donker, het maakt gebruik van zwart, rood en wit, kleuren die gevaar oproepen. Ik kan het echte voedsel niet zien, alleen een afbeelding van het product op de verpakking. De naam van het product is hot & steamy. Het verwijst naar de manier waarop ik het moet opwarmen; in de magnetron. Het is fastfood. Fastfood heeft niet de pretentie om veilig te zijn. Uit onderzoeken weten we dat fastfood minder voedzaam is dan zelf bereid voedsel. De voedingsproducent moet het artikel dus op een andere manier onder de aandacht krijgen. Het speelt daarom in op de naam. In het beeld worden hitte en stoom gebruikt. In combinatie met het zwart lijkt de hot & steamy bijna duivels te worden. Het duivelse aspect in de reclame is een metafoor om vooral niet te doen wat goed is. Het duivelse haalt ons over om te luisteren naar onze lusten en niet naar ons geweten. Alles beeldelementen; kleuren, vorm, stoom, het niet tonen van mensen of van werkelijk voedsel, geven aan dat de consument zich in de gevarenzone begeeft. Het is ongezond, gevaarlijk, maar net als zondigen, oh zo lekker

De spruitjeslucht van kleinburgerlijkheid

Er zijn nog een paar andere manieren waardoor voeding kan laten zien dat het veilig is. Een van de meest interessante vind ik de verwijzing naar “grootmoederstijd” Want vroeger was alles goed, vers, met liefde bereid en erg lekker. Een voorbeeld;



Metaforen die verwijzen naar grootmoederstijd zijn; De eigentijdse Nederlander kookt nog maar nauwelijks aardappelen, het kost te veel tijd en moeite, alleen een echte aardappelkoker kan ze zo gekookt krijgen. Dit moet een moeder of een grootmoeder zijn! Zij verstaan tenminste de kunst nog van het aardappel koken.

In de afbeelding word ik geattendeerd op een themaweek van een cateringbedrijf. Zij houden een themaweek over grootmoeders moestuin. In de folder zijn verschillende verwijzingen naar veiligheid. Allereerst zien we hoe iemand de groente uit de grond haalt. Dit schept vertrouwen. Een mens vertrouwt eten wat hij gemaakt ziet worden, dit is ook een van de redenen waarom veel restaurant met een open keuken werken. Zij laten min of meer zien dat zij niets te verbergen hebben. Alles is ‘koosjer’, zeg maar. Maar goed, terug naar grootmoeders moestuin. Ik zie een persoon, op zijn knieën tussen de planten. Waarschijnlijk groente. De persoon werkt. Hij of zij steekt er tijd in, ook dit schept vertrouwen. Ik zie een wat sobere, bruin oranje schaal gevuld met peultjes. Peultjes zijn tegenwoordig erg duur. Ik koop ze alleen maar met kerst, dus tegen mij zegt de reclame dat, als ik me interesseer in grootmoeders moestuin, dat ik dan vaker peultjes kan eten. De folder belooft mij een luxere keuze. Dat schept wederom vertrouwen. In de laatste folder zie ik een foto van een groentesoort in de grond, volgens mij andijvie. In de grond staat een bordje geprikt met daarop “vergeten groenten”. Wij eten thuis nog voldoende andijvie, maar misschien dat de gemiddelde Albron bezoeker niet weet hoe andijvie er uit ziet. In dat geval maakt het niet uit welke groenten soort je fotografeert. Alle drie de folders dragen de tekst Grootmoeders moestuin. Alle drie de folders gebruiken geblokte tafelkleedjesprint als metafoor voor grootmoederstijd, en ik moet eerlijk zijn, ook mijn oma had zo’n tafelkleed. Nu is grootmoederstijd weer een metafoor, voor vers, puur, zelfgemaakt, gezond, kwaliteit, lekker en misschien ook voor “ in de vergetelheid geraakt”. De tafelkleedblokjes roepen ook een associatie op naar een andere tijd. Een tijd van warmte, geborgenheid en veiligheid. Naar een tijd waarin we nog tijd voor deze dingen hadden. Het is een metafoor voor vroeger, toen alles nog goed was.



In deze afbeelding zie ik een potje, waarschijnlijk een jampotje, gehuld in blokjesprint, met een schortje voor. Op de achtergrond zie ik ook de blokjesprint. Ik vind het jampotje bijna een icoon. Een icoon die verwijst naar een zelfgemaakt product en naar de tijd waarin het nog zelf bereid werd. Misschien zit er aardbeienjam in, misschien abrikozenjam, het doet er niet toe. Het is zelf bereid, met zorg want er hangt een schortje voor. Goed eten maken is liefde geven. De zorgzaamheid is hier weer vrouwelijk. De foto gaat niet meer over het product an sich, maar over de manier waarop je met eten om kunt gaan.

En weet je nog de tekst die ik eerder op mijn blog heb gezet over "the man who nibbled on his lettuce"? Mooie tekst niet? Schoolkinderen, zo zegt de schrijfster, leren weer waar voedsel vandaan komt en dat zij er met respect mee om moeten gaan. De school hoopt dat de kinderen een andere houding krijgen ten opzicht van het leven en alle aspecten van het leven. Voeding is in dit onderzoek dus een middel om een doel te bereiken, maar het is ook een metafoor, voor alle andere aspecten in het leven die liefde en aandacht nodig hebben. Hopelijk leert het ze respect en dus veiligheid.

Maar nu terug naar mijn oudtante. Mijn oudtante voelde zich, eerlijk gezegd, helemaal niet zo veilig. Ze woonde alleen in haar huis in de langzaam verpauperende binnenstad van Utrecht. Ze durfde niet meer op straat. Eens in de week bracht mijn tante haar een tas met verse boodschappen. Het moest persé bij de Albert Heijn gehaald worden, want die supermarkt kende tante Nettie nog. Die was goed.
Grappig detail is dat de Albert Heijn nog steeds reclame maakt met “de hamsterweken” Wat eigenlijk een beroep doet op de behoefte om maar vooral veel in te slaan, want wie weet wanneer je het nodig hebt. Vooral veel kopen en veel bewaren, dan ben je veilig.

Mijn tante mocht de tas met eten naar binnen schuiven, het wisselgeld terug geven en dan gaan. Tante Nettie liet niemand meer binnen. Ze was veel te bang dat er iets gestolen werd. Ook mijn oudtante kwam, met haar opvattingen, uit grootmoedertijd.

Geen opmerkingen: