25 september 2007

Je kleed uitspreiden


boven: James Tissot, Holyday ca. 1876.

Kunstschrift 2001, nummer 3, is in zijn geheel aan Picknick gewijd.
Door de foto's die ik in Frankrijk bij het tentje gemaakt heb (zie fotoblog) heb ik serieus overwogen om, na mijn onderzoek, mijn fotografie op het picknicken te richten. Oorspronkelijk had ik bedacht om diverse mensen te vragen om te gaan picknicken. Picknicken lijkt een beetje op camperen; je laat al je gerief thuis om twee of drie weken lang te leuren met jerrycans en emmertjes wasgoed. Je laat voor die paar weken je "gemak" los. Daarvoor in de plaats krijg je, als het goed is; momenten van rust, waardering voor je omgeving en intensiever sociaal contact met gezinsleden/vrienden etc. De meeste mensen proeven meer, ruiken, meer, kijken meer.

Picknick is een vakantie in het klein. Geen kookstel, magnetron en televisie. Geen gerief of afleiding. Voor een paar uur ben je weer buiten in gezelschap van de mensen met wie je dat het liefste doet. Ik had me zo voorgesteld de diverse mensen te zeggen dat ze "mee mochten nemen wat ze maar wilden! Niet alleen de sandwiches met kipsalade. Wil jij een hometrainer mee nemen, mag jij hem meenemen! Wil jij je laptop meenemen omdat je eigenlijk, op je vrije zondag nog werk af moet maken voor je baas? Mag jij je werk mee nemen en draadloos internetten. Mobieltjes? Ja.. neem maar mee, uitzetten hoeft niet."

Wat voor een picknicks zou ik tegenkomen? Of komt er toch een authentieke picknick? Met een geblokt kleedje in het zand, een mandje met vier bordjes, vier kopjes en bestek. De goed gevulde koelbox met heerlijke dingen, frisdrank en voor sommigen de fles wijn.

Al bladerend door Kunstschrift valt me op dat bijna alle afbeeldingen van Picknicks van vòòr het jaar 1900 zijn; 1863, 1730, 1881, 1856, 1863, 1866, 1510, 1876.
(1510 wordt later gebruikt als voorbeeld voor een schilderij geschilderd in 1863) "Misschien komt het door de recencie van Baudelair, uit 1845, die de heldendom beschrijft die in het dagelijkse leven besloten lag." schrijft Machteld Löwensteyn in haar Artikel.

Ik vind er ook een mooi stukje tekst over de schoonheid van het nu:
"Nog jaren later en vele Salons verder argumenteerde Baudelaire in zijn 'Peinture de la vie moderne' dat ook het heden het afbeelden waard was, vanwege zijn eigen schoonheid en de historische kwaliteit die het in zich borg.

Een van de vormen waarin dat moderne leven zich manifesteerde was, zoals dat in het Engels wordt genoemd; The pursuit of leisure. De geschiedenis van dit sociologische verschijnsel komt er in het kort op neer dat dankzij de industriële revolutie veel meer mensen, van hoog tot laag, over enige vrije tijd konden beschikken. En was het mooi weer dan wilde een stadsbewoner natuurlijk naar buiten en daar zijn kleed uitspreiden. Voor de schilderkunst ontstond een combinatie van drie genres; landschap, groepsportret (dagelijks leven)en stilleven.In de afbeelding worden meestal twee verhalen verteld; de idylle van het ongerepte landschap en die van de lotgevallen van de liefde. De etiquetten zijn losser, je mag gaan zitten naast wie je wilt en je hoeft niet rechtop te zitten. Dat is bevorderlijk vor het uiten van genegenheid."

Geen opmerkingen: